Krullegevaar
Wouter A. Blokdijk 25-07-1968
‘Wat heb jij in hemelsnaam gedaan?’
Renate Spoor schrikt zich rot. Haar nieuwe stagebegeleider Diana de Groot staat vlak voor de kamerdeur van de eindredacteur. De deur die Renate net achter zich dichttrekt.
‘Eh…’
Shit, ook nog eens betrapt. Wat een absolute rotdag is dit. Waarom is ze ooit aan deze zomerstage bij Omroep Flevoland begonnen. Sinds Diana het van haar oorspronkelijke stagebegeleider heeft overgenomen, gaat het van kwaad naar erger. Opa Spoor had haar al gewaarschuwd met zijn het is er geen AT5 meissie, de Amsterdamse tv-zender. Maar dat was vast Amsterdamse bluf.
‘Wat nou, eh. Wat deed je bij Fred, Renate?’
‘Je bedoelt mijnheer Stevensen?’
‘Ja, Fred. Draai er nou niet omheen. Wat deed je daarbinnen?’
Diana kijkt echt boos. Renate voelt dat ze maar beter kan zeggen waarom ze bij Stevensen is binnengelopen. Het kon toch niet veel erger dan dit.
‘Wat ik deed? Ik had wat nieuwsvoorstellen gemaakt en die heb ik voorgelegd.’
‘Wat? En dat deed je zonder ze eerst aan mij te laten zien, je eigen stagebegeleider. Dat moet je me echt nooit meer flikken. Jij snapt er echt niks van hè?’
‘Ja, jij bent lekker bezig! ’briest Renate nu. ‘Elke dag uren weg zijn, mij niet meenemen en dan zo’n reactie? Ik kwam hier om te leren. Wat willen jullie dan dat stagiaires doen?’
Renate trilt van emotie en vecht weer tegen haar frustratietranen. Net als zojuist bij Stevensen, toen hij haar vijftien voorstellen vakkundig de grond in boorde.
‘Deze week heb ik alleen maar een beetje thee mogen halen en naar sociale media voor je getuurd. Maar ondertussen was jij al die tijd ergens anders. Als dat de bedoeling was dan, dan … dan pak ik nu mijn tas in en ben ik weg.’
Wat doet ze nou? Dreigen met weggaan? Niet zo slim. Zo krijgt ze geen studiepunten voor haar stage. Ze wilde de School voor Journalistiek toch zo snel mogelijk afmaken? Dan moet ze elk puntje pakken. Maar kom op hé. Ze is een echte Spoor. Ze heeft journalistiek-DNA. Dat ze geen kans krijgt om dat te laten zien; dat was hun verlies hoor.
Diana lijkt geschrokken van de Renate’s uitbarsting.
‘Sorry, ik ben misschien wel wat hard nu. Je hebt gelijk, ik was wel heel veel weg. Daar ben je een beetje de dupe van geworden.’
‘Precies.’
‘Nou rustig nou maar. Zet je tas weer neer. We gaan eerst even kalmeren met een kop thee. Ik haal wel. Vertel me dan wat je wilde doen bij Fred. Geef ik je op de valreep van je stage nog wat professionele tips.’
Renate zet haar tas weer neer.
‘Sorry,’ stamelt ze.
Raar, nu pas beseft ze dat ze veel eerder aan de bel had moeten trekken. Nu heeft ze alleen vandaag en morgen om nog wat van haar stage te maken. Daarna is ze klaar en wacht nog Lowlands en dan start de introductieweek al weer in Utrecht.
De troostthee smaakt goed. De boosheid is even snel verdwenen als hij opkwam.
‘Heb je het al die weken hier niet één keer gehoord? Fopberehap. Dat is Fred’s ezelsbruggetje.’
‘Nee, echt niet. Fopberehap? Het klinkt wel heel erg suf.’
Renate lacht. Diana is nu ineens ook veel vriendelijker. Ze hebben al gegierd om haar vijftien voorstellen. Veel te veel en zonde van de tijd van zowel Fred als Renate, is Diana’s oordeel.
‘Nou de F staat voor Flevoland. Het nieuws moet echt van hier zijn. De P staat voor politici uit de regio. De B staat voor burgers, Flevolandse gewone burgers die iets speciaals meemaken. Dan heb je de R voor ramp. Rampen doen het altijd goed. En tenslotte heb je de H voor de held uit Flevoland. Fopberehap dus.’
‘O.k.’
‘Voorbeeldje? … Nou, een Olympische medaillewinnares uit Biddinghuizen, die van de wethouder van Sport in een feesttent vol dorpsgenoten een erepenning krijgt, zoiets zoeken we. Zeker als daarna een plotselinge windhoos diezelfde feesttent aan gort waait en er tientallen gewonden zijn. Dat is ondanks het leed eigenlijk perfect nieuws. Snap je.’
‘Zeker. Bij een krant verhoogt het de oplages en hier de kijkersaantallen,’ antwoordt Renate.
‘Precies. Dat is hoe het zit. Hier in Flevoland smullen kijkers van fopberenhappen.’
‘Echte beren heb je hier gelukkig niet, stel je voor zeg. Dat zou pas eng zijn.’
‘Inderdaad. Nou, nu snel weer aan de slag. Zoek nog één nieuwsitem als afscheidsonderwerp. Nog een kop thee?’
Wat las ze daar nou? Renate twijfelt, moest ze dit melden? Is dit nieuwswaardig genoeg, of zou dit niemand in de Flevopolder interesseren? Door het gedoe vandaag is ze er helemaal onzeker van geworden.
‘Uh, Diana? Heb je dit gezien? Hier op Twitter. Iets met zeldzame vogels in de Oostvaardersplassen. Die kerels lijken helemaal te flippen.’
‘Wat. Vogels? Laat eens zien.’
Diana lijkt ineens heel erg geïnteresseerd. Waarom was dat nou weer?
‘Hier. Het is wel een vage foto hoor. Het lijken wel mini-struisvogels. Of nee, krullevaars, die vogel van Pluk. Er zit net zo’n rare kuif op,’ grinnikt Renate.
Diana schrijft de naam van het Twitter-account op.
‘Interessant. Kom je mee?’
‘Mee? Naar wie? Naar Stevensen? Maar …’
‘Niks zeggen. Ik doe het woord.’
Renate is te verbaasd om te reageren. Waarom was dit nou ineens weer wel nieuws? En die fopberen dan?
Diana klopt op de deur en loopt zonder op een reactie te wachten naar binnen. Renate volgt haar maar voelt zich er hoogst ongemakkelijk bij, amper twee uur geleden was ze uit dezelfde kamer geschopt.
‘Fred? Jij bent toch vogelaar? Weet jij misschien of dit iets is? Zoek eens naar dit account op Twitter.’
Steven kijkt en sist. ‘Een Grote Trap? Dat lijkt me stug. Die is al minstens 5 jaar niet meer in Nederland gezien. En daarbij, het is nu hartje zomer en ook nog eens bij die drukke Oostvaardersplassen? Nee, dit lijkt me eerder een twitchers-trap …’
‘Een wat?’ vraagt Renate. Diana kijkt haar vernietigend aan.
‘Twitchers, dat zijn vogelsoortjagers. Die worden helemaal extatisch als ze een zeldzame vogel aan hun waarnemingenlijst kunnen toevoegen. Ik zal nog even kijken op Dutch Bird Alerts. Als het daar niet staat, dan is dit gewoon komkommernieuws.’
Dat controleren lukt echter niet, want juist dan krijgt Stevensen een telefoontje. Hij schrikt duidelijk als hij begrijpt wie de beller is. Opgewonden gebaart hij dat ze de kamer moeten verlaten.
‘Wat nu?’ vraagt Renate eenmaal buiten.
Ze heeft geen zin om weer op haar kop te krijgen, want ze vermoedt dat Diana dan direct roept dat het haar idee was. Zo ambitieus is Diana wel, weet Renate nu.
‘Wat nu? Geen idee. Laten we het even afwachten.’
Slechts een paar minuten later verschijnt Stevensen voor hun neus.
‘Pak je spullen, we gaan naar Almere. Er is weldegelijk iets aan de hand. Goed opgemerkt Diana.’
Renate zucht.
‘Oh, jij mag ook mee, juffrouw Spoor. Kan je eens zien hoe we hier écht nieuws maken. Heb je je studentenperskaart bij je?’
Met twee wagens rijden ze naar Almere. De filmcrew zit in de rode Mercedes bus met het Omroep Flevolandlogo. Stevensen rijdt achter hen aan in zijn eigen wagen. Renate en Diana zitten op de achterbank, waar Diana druk zit te typen op haar laptop.
‘We starten bij het Buitencentrum Oostvaardersplassen. Daar heb je een goed uitzicht en normaal gesproken zullen er wel vogelaars en boswachters van Staatsbosbeheer zijn. Kunnen we direct een paar shots maken en hopelijk kunnen we ook wat getuigenquotes vangen. Wat dat betreft is tv-journalistiek net vogelspotten Renate; veel wachten en maar hopen,’ grapt Stevensen.
Diana humt en typt vervolgens druk verder. Renate vraagt zich af wat zij straks mag doen. Ze wil best wel interviews afnemen.
‘Wat ik jullie nog niet verteld heb, is dat de politie er ook zal zijn. De persoon die ik daarstraks aan de lijn had, was een politievoorlichtster van het korps Midden-Nederland. Die Grote Trappen die je op die foto zag, dat zijn vogels die expres losgelaten zijn. En er is iets mis met die vogels, heel erg mis al zeg ik het zelf.’
Diana stopt direct met typen.
‘Hoezo mis?’
‘In Wageningen zitten een aantal fanatieke oernatuurgekkies. Die willen al heel lang dat er een natuurlijke vijand van de grote grazers hier komt. Weet je wel, die Konikpaarden en Heckrunderen. Die hebben ze hier eerst zelf uitgezet. Ik vermoed dat dit, na dat wolvenincident een paar jaar geleden, een nieuw stiekem experiment van ze is. Alleen nu is het veel gevaarlijker. Het zijn genetisch gemanipuleerde vogels. Wat ik begreep lopen daar nu een soort vleesetende mini-struisvogels, die ook nog eens in groepjes opereren. Die wolven bleken geen paarden en runderen te eten, deze vermoedelijk dus wel.’
‘Flevociraptors! Dat zijn het,’ flapt Renate eruit.
‘Flevociraptors. Haha. Prachtig bedacht, Renate. Maar beloof me dat jullie die term nooit gebruiken. We kregen het uitdrukkelijke verzoek dit gewoon als komkommernieuws te brengen. Elke verwijzing naar flevociraptors is dus verboden. De politiewoordvoerster dreigde met noodbevel voor journalisten wanneer we dit bekend maken. Men wil geen paniek in de tent, terwijl men die vogels snel verwijderd. Onder geen beding mag dit bekend gemaakt worden. Duidelijk?’
Diana knikt. Ze had in Luttelgeest vorig jaar ook al een noodbevel gekregen bij een AZC-bewonersbijeenkomst. Ze mocht als journalist plots het dorp niet meer in.
‘Hoe wist de politie het, Fred?’
‘Via de AIVD vermoed ik. Maar dat moeten we later maar eens aan de persvoorlichter vragen. Kom we zijn er. En we zijn niet alleen. Ik denk dat die politievrouw al haar tv-contacten heeft gebeld. Laat je niet wegjagen door die Hilversummers. Dit is onze speeltuin.’
Heel journalistiek Nederland op zoek naar flevokrullevaren, dacht Renate en ik ben erbij. Maar moet dat echte nieuws niet ook verteld worden? Dat klopt toch niet?
Een kwartiertje later staat iedereen voor het gebouw netjes naast elkaar te filmen. Ze interviewen de vogelaars die de nogal vage foto’s hebben gemaakt. Waarom waren ze toch elke keer zo vaag die natuurfoto’s? Ook Staatsbosbeheer heeft een blik boswachters opengetrokken. De politie heeft een lint geplaatst, waar een steeds grotere menigte Almeerders achter staat. Komen ze voor de Bekende Nieuws-Nederlanders of voor die andere rare vogels. De speciale vogels, die zich tot frustratie van de diverse redacties in Hilversum en Amsterdam, niet meer laten zien. Echte natuur laat zich niet zo makkelijk vangen. Gemanipuleerde natuur misschien wel helemaal niet.
En de politie is nu ergens tussen die rietvelden naar ze op zoek, denkt Renate. Je moet maar durven.
Pas als de eerste crews hun installaties inpakken, reageert de toegestroomde menigte op wat er zich op de kale vlakte afspeelt. De immense kudde Konikpaarden galoppeert naar hen toe. Renate had de film over de Oostvaardersplassen wel gezien, maar in het echt is het toch vele malen indrukwekkender.
Daar! Daar ziet ze de vogels. Met een noodgang lopen ze achter de paarden aan. Het lijken echt wel velociraptors vindt Renate. De menigte schrikt ervan en sommige mensen vertrekken direct. Renate geeft ze geen ongelijk. Het ziet er best eng uit. De kudde verplaatst zich ondertussen richting het IJsselmeer om daar op de rietlanden te stuiten. Dan draaien de leiders zich om en trappen richting de vogels. Ondanks de afstand ziet iedereen dat ze er enkele raken en die blijven doodstil liggen. Dat was duidelijk voldoende afschrikking voor de andere vogels. Met een noodgang verdwijnen ze tussen het hoge riet.
‘Heb je het?’ vraagt Stevensen aan de cameraman.
De norse man kijkt hem verbaasd aan om daarna plagend een duim omhoog te steken.
‘Mooi, inpakken en naar de studio.’
Gelukkig doet de airco het in het gebouw. De reis met trein en bus naar de redactie was zelfs zo vroeg in de ochtend al geen pretje. Wat is het buiten heet.
‘Goeiemorgen, beetje opgewarmd?’
‘De airco in de bus was stuk. Ik zwem haast.’
‘Oh, vervelend. Heb je het al gehoord?’
‘Wat gehoord, Diaan?’
‘Die Flevociraptors van jou. Die hebben een zooitje Heckpaarden gedood.’
‘Konikpaarden, bedoel je. Het zijn Heckrunderen.’
‘Whatever. Maar die vogels hebben er dus een stel omgebracht vannacht. Ze hebben ze nog steeds niet te pakken, lijkt het. We gaan zo weer naar dat bezoekerscentrum toe.’
‘Wat? Terug naar Almere? Ja, lekker dan. Had je me niet even kunnen bellen. Dan had je me thuis op kunnen pikken.’
‘Niet zo mutsen groentje. Jij bent degene zonder rijbewijs en moet dus met het openbaar vervoer hierheen. Met de auto ben je hier toch zo vanuit Almere. Nou poeder je zweetneus nog even en dan gaan we met mijn auto en sorry ik heb ook geen airco.’
‘Klaar? Nog iets raars. Er was een ANP-bericht net. Die beesten zijn ook al in Zeeland, op Texel en bij het Lauwersmeer gezien door die, eh, twitchers. Maar ze hebben het nog niet over dode beesten hier in Flevoland. Gelukkig maar, want dan heb ik lekker de scoop.’
De rit naar Almere over de snelweg is inderdaad een stuk korter en met de raampjes op een kiertje gaat het nog net in Diana’s autootje.
‘Die maffe zomers ben ik wel een beetje zat. Nu is het bloedheet en overmorgen gaat het keihard regenen,’ zegt Diana.
‘Ja, precies als ik naar Lowlands ga. Dat is me al eerder gebeurd. Een grote modderpoel was het toen,’ antwoordt Renate.
Ze rijden de parkeerplaats op. Die is een stuk leger dan gisteravond.
‘Ah, daar staat onze contactpersoon al, maar dat moet je verder tegen niemand zeggen. Journalistieke geheimhouding. Al over geleerd?’
Renate rolt haar ogen. Trut.
‘Hoi. Alles goed? Je kijkt een beetje zenuwachtig. Dit is Renate Spoor. Ze is mijn stagiaire tot vanavond, daarna gaat ze naar Lowlands en zie ik haar vast nooit meer terug, want ze wordt namelijk sterreporter bij een kwaliteitskrant. Renate dit is Rick Zeeman. Hij schenkt lattes in de mooiste vormen.’
Renate geeft hem een hand. Nou hij heeft zelf ook mooie vormen. Wat een zwijmelknappe jongen. Zou hij al een vriendin hebben?
‘Hoi, Renate. Grappig, ik ga ook naar Lowlands.’
Renate bloost.
‘Diana, ik weet dat je het niet leuk gaat vinden dat ik je dit zeg, maar er waren geen dode paarden. Ik heb het gebruikt om je te lokken, sorry.’
‘Verdomme, Rick. Wat flik je me nou? Ik heb wel wat beters te doen. Kom Renaat we gaan snel terug. Dadelijk mist Stevensen ons nog.’
‘Nee, wacht nou. Er is wel degelijks iets aan de hand, maar je zou me zonder die dode dieren waarschijnlijk nooit geloofd hebben.’
‘Wat is er dan aan de hand? Vertel op, Rick en nu geen smoesjes.’ Diana heeft duidelijk weer haar geduld verloren.
‘Er reden vanmorgen terreinwagens op de vlakte. Maar die waren helemaal niet van Staatbosbeheer. En later reed er een legervrachtwagen in dezelfde richting. Die is er nog steeds, maar je ziet hem niet vanaf hier … Oh shit.’
‘Mevrouw de Groot. Ik dacht u al te herkennen. Wilt u zo snel mogelijk vertrekken?’
De politieagent leek uit het niets gekomen.
‘Dag, brigadier. Wat een toeval. Luttelgeest was het toch dat we elkaar de laatste keer zagen?’
‘Ja, in precies dezelfde omstandigheden. Dat is ook al weer toevallig.’
‘Hoezo, komen hier asielzoekers dan? Hebben die vogels van gisteren asiel aangevraagd?’
‘Heel grappig. Nee, er is sinds een half uur een noodverordening van kracht hier. Ik verzoek u om het parkeerterrein te verlaten. Geen enkele journalist mag hier op dit moment zijn.’
‘Maar wat is er hier dan aan de hand? Dit is toch gewoon een stuk ongerepte Nieuwe Natuur?’
‘Daar mag u zich nu niet mee bemoeien. Ik adviseer u de politiepersvoorlichter in Almere Stad te bellen. Zij kan u bijpraten over het een en ander. Maar nu, vertrekken.’
Renate schrijft nog snel haar telefoonnummer op haar kladblok en geeft het papiertje aan Rick.
‘Mijn nummer … Voor op Lowlands … Dan zie ik je daar misschien wel.’
Eenmaal in de auto lijkt Diana’s boosheid even verdwenen. Ze moet zelfs gniffelen.
‘Tsss, Renate. Voor op Lowlands…’
‘Wat nou. Een aspirant-sterreporter heeft ook een privéleven, hoor.’
‘Nou, je hebt mazzel, want hij is al een tijdje vrij. Hij is mijn oude buurjongentje. Hij heeft wel een lekker kontje, hè.’
Renate zucht.
‘Nou zwijmelaar, we gaan nog even naar Almere Stad. Even checken of Rick’s verhaal klopt met wat die persvoorlichtster ons wil melden.’
Renate zit in de achtertuin op haar laptopje te lezen als haar telefoon overgaat. Nieuwsgierig naar Diana’s opmerking over een eerdere noodverordening, leest ze nu waar journalisten zich aan moeten houden en hoe politie en burgemeesters soms wel heel makkelijk over het beperken van nieuwsvergaring denken. Nieuws moet toch gewoon verteld worden? En als hoofdredacteuren soms nieuws achterhielden, wat de politie of de burgemeester even niet uitkwam, was er dan nog wel sprake van echte persvrijheid of was het zelfcensuur?
‘Hallo,’ groet ze terwijl ze nog snel de laatste regels van een rechtbankverslag scant.
‘Renate?’
‘Met wie spreek ik?’
‘Rick Zeeman. Je weet wel. Van vanmorgen.’
Renate is in shock. Ze had niet verwacht dat Rick zou bellen, wel stiekem gehoopt, maar na de enerverende laatste dag op de redactie was ze hem even helemaal vergeten.
‘Oh Rick? De oude buurjongen van Diana. Hoi.’
‘Ja, the one and only. Goh, dat ze dat heeft verteld. Ik hoop dat ze niet te veel rare dingen over me heeft verteld.’
‘Nee, joh, wij journalisten werken keihard, dus daar hebben we geen tijd voor gehad. Maar je belt me vast niet om die jeugdzonden nu spontaan met me te delen. Ga je niet naar Lowlands?’
‘Wat? Lowlands? Nee, daarvoor bel ik je niet. Ik vroeg me alleen af waarom ik niets over die vogels op het nieuws zag.’
‘Oh, heeft Diana je niet meer gebeld?’
‘Nee. Wat is er dan gebeurd?’
‘Oh sorry. Nou een heleboel. Eerst gingen we naar Almere Stad. De politiepersvoorlichter vertelde dat ze de vogels gevangen hadden en dat ze inderdaad net een sporenonderzoek deden en dat ze er even geen drukte bij wilden hebben.’
‘Ja, zoiets las ik ook op teletekst.’
‘Diana flipte toen helemaal. Ze vond de noodverordening onzin en disproportioneel voor een eenvoudig politieonderzoek. Was ze altijd zo opvliegend?’ vraagt Renate.
‘Vroeger bedoel je? Niet dat ik weet, eigenlijk,’ antwoordt Rick.
‘Nou, toen reden we door naar de redactie en daar was de hoofdredacteur kwaad dat we zonder overleg op onderzoek uit waren gegaan. Hij was echt onaardig tegen Diana. Gaf haar een ongelooflijke preek over fopberehappig genoeg nieuws en zo.’
‘Wat?’
‘Oh sorry, journalistendingetje. Nou en toen was ze zwaar pissig de rest van de dag. Ik vroeg nog of jij niet teruggebeld moest worden. Maar dat heeft ze dus niet gedaan,’ zegt Renate.
‘Nou, o.k. Maar toch is het raar. De politie vertelt namelijk de waarheid niet.’
‘Hoezo? Zijn ze er dan nog, die vogels?’
‘Nou, eh nee. En vogels? Dat klopt ook niet helemaal.’
‘Hoezo. Vertel!’
Renate was nu wel heel nieuwsgierig geworden. Ook al werkte ze niet meer bij Omroep Flevoland, – ze was na de wel erg korte afscheidsborrel die middag formeel klaar met haar stage – dit rook naar echt nieuws. Weer liegende politieagenten?
‘Nou nee, liever niet over de telefoon. Kunnen we morgenochtend ergens afspreken? Ik heb namelijk iets gevonden. Je zult het echt niet geloven. Ken je die moestuintjes naast die Chinees aan de Evenaar in Almere-Buiten?’
De moestuintjes lagen er een beetje verscholen bij zag ze.
Vlak voor ze op de fiets vertrok hoorde ze op BNR-radio nog de Wageningse professor Poortinga. Hij was de oud-voorzitter van de Dutch Birders Organisation. Hij gaf de vogelaars een flinke sneer. Zeldzame vogels konden onmogelijk ineens in alle delen van Nederland geweest zijn. Komkommernieuws is leuk, maar de spot drijven met vogelspotten? De eer van de echte vogelaar stond hier in zijn ogen op het spel. Renate wist niet wat het betekende. Was dit een toneelstukje of was dit oprecht gemeend. Want Wageningen? Daar zaten toch ook die gekkies? Of zag ze nu spoken?
Renate zet haar fiets tegen het lange hek naast het spoor. Rick zwaait al naar haar. Oh, wat is het toch een knapperd. Ze zweeft haast naar hem toe.
‘Hoi. Laten we daar even gaan zitten,’ begroet hij.
Rick wijst naar een aantal houten kisten. Ze staan in een kring naast een moestuintje vol doorgeschoten sla. Rick zet een grijze rugzak neer en trekt er een vuilniszak uit. Zou hij direct na dit gesprek naar Lowlands vertrekken?
‘Niet schrikken.’
Rick trekt zijn hand uit de vuilniszak.
‘Gadver!’
Renate schrikt zich toch rot. Rick houdt de levenloze kop van een flevociraptor vast.
‘Sorry. Ik had je toch gewaarschuwd.’
‘Ja, maar dit is toch zwaar sick. Hoe kom je eraan? Dat is zo’n flevociraptor.’
‘Haha, flevociraptor. Leuke naam.’
Oh, hij lacht echt lief met dat kuiltje in zijn wang.
‘Ik heb het gevonden in de rietvelden. Ik ben gisteren stiekem de vlakte opgegaan en toen vond ik hem daar. Maar kijk eens goed. Het is geen beest. Het is een robot.’
‘Wat? Een robot?’
‘Ja, hier kan je hem open maken. Hij heet KRUL, geen idee waar het voor staat, maar volgens mij hebben de makers vroeger Pluk van de Petteflet gelezen. Hij ziet er toch uit als die vogel.’
‘Nee, joh. Dat is zijn de makers. Geen idee waar die K voor staat, maar RUL betekent Robot Units Landmacht. Dit is een militaire robot. Of eigenlijk een stukje. Heb je die filmpjes nooit gezien van die Amerikaanse robots. Echt supereng. Dit lijkt me een Nederlandse versie.’
‘Denk je echt dat die van de landmacht is? Oh shit. Dan moet ik hem zo snel mogelijk kwijt zien te raken. Legerspullen stelen, daar kan je zware gevangenisstraffen voor krijgen.’
Renate zegt niets. Ze vindt het een steeds vreemder verhaal worden. Waarom heeft de politie niet verteld dat er een test met robots werd gedaan op de Oostvaardersplassen? Waarom verspreidden ze een onzinverhaal over Wageningse natuurgekkies. Het lijkt erop dat een superstiekeme operatie van die KRUL helemaal is misgelopen. Maar waarom wordt er dan wel zoveel media-aandacht toegelaten? Dat klopt dan toch ook niet?
‘Heb je vandaag tijd?’ vraagt Renate.
‘Ja, ik ben vrij tot na Lowlands. Hoezo?’
‘Ik wil bij Diana langsgaan.’
‘Wat? Maar snap je het dan niet? Ik heb haar vanmorgen zelf nog een keer gebeld, maar ze mag niets meer met dit onderwerp doen van haar eindredacteur.’
‘Weet ze van die robots?’
‘Uh, ja,’ antwoordt Rick.
Shit. Waarom wilde zelfs ambitieuze Diana dit niet verslaan? Dit was toch het nieuwste nieuws wat je kon krijgen in Flevoland? Het werd tijd voor een hulplijn.
‘Tja, als Diana dit nieuws niet wil verslaan? Dan denk ik dat ik mijn opa maar eens moet bellen.’
‘Je opa?’
‘Ja, die was jarenlang hoofdredacteur bij “de enige kwaliteitskrant van Nederland” zoals hij het zelf noemt. Heb je een auto?’
Ze hebben geluk. Opa Spoor is thuis. Snel rijden ze naar Amsterdam Noord.
‘Laten we maar even in mijn werkkamer gaan zitten. Koffie? Of iets fris?’
Aan de wand hangen oude oorkondes en in de boekenkasten staan diverse journalistieke prijzen. Trofeeën uit het verleden.
‘Nou, vertel me eens wat er aan de hand is. Hoe was je stage bij Omroep Flevoland?’
‘Die was eerst heel saai, maar eindigde nogal chaotisch met die vogels in de Oostvaardersplassen.’
‘Oh, was jij daarbij? Dat heb ik eergisteren op tv gezien. Heeft jullie bezoekje daar mee te maken?’
‘Eh, ja,’ antwoordt Renate.
Renate en Rick vertellen opa Spoor wat er is gebeurd en waarom dit wel heel erg vreemd is.
Opa Spoor stelt ze allerlei vragen en maakt driftig aantekeningen. Hij is het journalistieke handwerk niet verleerd, denkt Renate. Rick laat tenslotte de robotresten zien.
‘Wat een verhaal zeg. Toch raar dat Omroep Flevoland er zelf niets mee wilde doen. Weet je wat, ik zal eens wat oude vrienden bellen. Misschien willen zij wel je verhaal verslaan. Maar ik vermoed dat het lastig wordt.’
‘Waarom?’
‘Nou, je bent formeel nog geen journalist en dit type onderwerpen ligt vaak heel gevoelig op redacties.’
‘Maar, dit is toch nieuws? Een overheidsinstantie die experimenteert met rennende robots. Wat voor engs willen ze daar wel niet mee gaan doen?’
‘Nou, nou. Jij hebt misschien iets te veel van die conspiracy websites bezocht.’
‘Tss.’
‘Rustig maar. Ik zei al, ik ga bellen. Ik heb nog genoeg contacten als erelid van de hoofdredacteurenvereniging, maar ik beloof je geen wonderen. Je bent in hun ogen nog een groentje Renate. Dus schrijf eerst maar eens een killerverhaal over je killerrobots zou ik zeggen. En vergeet niet ‘vertel je nieuwsverhaal in korte krachtige zinnen…’’
‘Ja, hoor. “… want zo zullen je lezers je beminnen.”’
‘Goed om te horen dat je hebt geluisterd naar wijsheden van een oude grijze hoofdredacteur.’
Renate zit thuis al weer uren te schrijven. Vandaag had ze nog extra onderzoek naar de KRUL gedaan en de schokkende bevindingen schreeuwden om verteld te worden. Het was inmiddels zo’n lap tekst geworden, dat ze een uur eerder besloot het in zes artikelen te splitsen. Maar ze twijfelt steeds meer of ze het allemaal wel kan publiceren. Van Lowlands met Rick heeft ze niet echt genoten, want hij probeerde haar de hele tijd te overtuigen dat ze het met rust moest laten. Maar elke argument van Rick versterkte haar gedachten dat dit verhaal verteld moest worden.
Plots gaat haar telefoon. Wie kon dat nou zijn? Oh, nee toch niet de AIVD of zoiets?
‘Met wie spreek ik?’
‘Alex. Alex Zwartesteijn.’
‘Huh, Alex? Hoe kom jij aan mijn telefoonnummer?’
Renate weet direct wie het is. Haar neef Alex heeft ze al heel lang niet meer gezien. Op een familiereünie of zo? Nee, bij de receptie van opa’s pensionering. Ze vond hem toen een beetje nerdy. Ook hij hield van journalistiek, maar vooral van techniek. Inmiddels was hij een grote ondernemer in digitale nieuwsverspreiding en begon ook al goed te verdienen daarmee. Zijn nieuwsdienst was voor veel journalisten al een werkwoord geworden. Maar waarom belt hij haar nou ineens?
‘Opa Spoor gaf me je nummer. Hij heeft me gebeld. Hij zei dat jij iets had ontdekt wat de gewone nieuwsmedia niet willen verslaan. Klopt toch? Tof overigens dat jij ook in de journalistiek zit.’
‘Eh, ja. Maar ik ben nog maar student hoor. Tweedejaars. Opa is toch nog aan het polsen bij zijn oude contacten? Ik heb nog niets van hem gehoord.’
‘Ja, dat was supersympathiek van hem, maar die contacten reageerden niet zo tof. Heb jij opa weleens kwaad gezien? Nou ik dus niet, maar hij was nog witheet. Hij zei dat die hoofdredacteuren van nu allemaal watjes zijn. Daarom belde hij mij.’
‘Oh. Dus het gaat niet door?’ In gedachten heeft Renate haar artikel al in de digitale prullenbak gemieterd.
‘Nee, ja. Soms gaat dat zo op redacties hoor. Zeker als nieuws tegen het politieke establishment dreigt aan te pissen. Maar ik heb nog wel een ideetje. Is je stuk al af?’
‘Ja, soort van.’
‘Nou, dat is mooi. Je gaat toch met de trein naar de Hogeschool in Utrecht? Kom morgen maar langs na je colleges. We zitten toch op weg naar het station voor je. Ik ga iets disruptiefs doen, waar ik eigenlijk pas over een jaartje mee aan de slag wilde.’
Wat een bizarre avond is het. Hier staat ze in de lobby van een grote schouwburg met een persprijs, uitgereikt door dezelfde mensen die haar artikelen niet durfden te publiceren. Met de prijs in haar hand is ze alleen nog maar blij.
‘Gefeliciteerd, Renate. Heel Flevoland is trots op je. Wat gaat er door je heen?’
Renate heeft moeite om haar lach in te houden. Wat een suffe sportvraag stelt Diana haar.
‘Nou, ik ben echt superblij. Het is zo tof! Een Talent Tegel winnen. Ik ben nog maar tweedejaars journalistiekstudent en ik freelance bij een net gestarte digitale krant, dan is deze journalistieke prijs winnen echt superbijzonder.’
‘Ja, dat is het zeker, maar je had dan ook bijzonder nieuws te melden. Nieuws wat je samen met mij bij je stage Omroep Flevoland had ontdekt.’
Echt Diana? Ach, wat. Ze gaat het gewoon meespelen.
‘Klopt. Ik had er echt een supertoffe stage. Ik heb er zo veel geleerd. Dus deze prijs is ook een beetje van jou, Diana.’
‘Dank je, Renate,’ klinkt het net iets te kil.
‘Op mijn een-na-laatste stagedag gingen we naar de Oostvaardersplassen, want daar had men bijzondere vogels gespot. De kijkers weten dat wellicht nog wel. Nu weten we allemaal dat dit geen vogels, maar superenge robots waren, waarover ik in een zestal artikelen geschreven heb, in de speciaal hiervoor opgerichte digitale krant van mijn neef Alex.’
‘Ja, die Flevociraptor-artikelen hebben voor nogal wat opschudding gezorgd.’
‘Nogal wat opschudding? Dat klinkt me een beetje als een understatement. Er zijn twee ministers opgestapt. De leiding van politiekorps Midden-Nederland is ontslagen en een supergeheime eenheid van de Koninklijke Landmacht is opgedoekt. Fopberehapperige dingen al zeg ik het zelf.’
‘Uh, ja. Waar ben je het meest trots op? Jij als Almeerse, die nu ineens in de voetstappen van je opa bent gestapt. Hij was eindredacteur van een krant.’
‘Klopt. Mijn opa zit in de zaal. Hij is beretrots. Maar waar ik trots op ben? Ik denk vooral dat ik met mijn artikelen mensen kon informeren, bewustmaken en uiteindelijk mobiliseren. Het is toch schandalig dat er mensen zijn die ons, gewone burgers, bewust angst aanjagen alleen om te kijken hoe we zullen reageren. Gelukkig mislukte het superstiekeme experiment omdat de paarden de robots kapottrapten, maar dat men dit willens en wetens toestond wilde ik als jonge journalist aan de kaak stellen en dat is goed gelukt.’
‘Ja, dat is zeker goed gelukt. Nou, laat nog eens zien die prijs. Waar is je Tegel?’
‘Mooi, dat staat erop. Enne, hoe is het met Rick?’
‘Rick en ik zijn dikke mik. Hij staat daar bij Alex en opa Spoor. Rick gaat het nieuwscafé van Alex’ krant leiden. Eindbaas nieuwsbarista’s noemt hij zich al.’
‘…’
‘’Nou goed je weer te zien. Kom een keer langs in Utrecht, Alex kan altijd journalistiek talent gebruiken. Hij wil ook tv-nieuws gaan doen. Het is natuurlijk geen AT5, maar je hebt er straks wel de lekkerste koffie van Nederland. Interesse? … Diaan?’
Almere-Buiten, oktober 2016